Voorwoord: De nieuwe Watergeuzen
De geschiedenis van de strijd tegen de drinkwaterfluoridering in Nederland
Lemniscaat
ISBN 978 90 477 0865 0

Ware het niet dat de ernst van het woord fluoride bij mij al vele jaren in het hoofd omtolde, zou ik kunnen denken bij het lezen van dit boek in een schelmenroman verzeild geraakt te zijn.
Hans Moolenburgh met een artsengroep van getrouwe en betrokken mensen om zich heen heeft het gewaagd om dat bastion fluoride in de tandheelkunde aan te grijpen, een giftig afvalproduct van de aluminiumindustrie dat nog steeds de hemel in geprezen wordt.
Een tandheelkunde zonder fluoride is op dit moment niet denkbaar. Fluoride doordrenkt ons vakgebied. Mondwaters, tandpasta, tandenstokers, geïmpregneerd met fluoride, behandelingen met fluoride gelei, nog niet zo lang geleden bij kinderen klassikaal uitgevoerd, ja zelfs het glasionomeercement, een vulmateriaal dat verder uitstekende eigenschappen heeft, draagt het fluoride in zich. Ook is er een periode geweest waarin dagelijks fluoridetabletjes geslikt moesten worden. Echter de animo bij de ouders om dit vol te houden verminderde geleidelijk, de weerstand nam toe en de tabletjes werden op den duur nauwelijks verkocht.
Dit fluorideprobleem aanpakken getuigt van moed, durf en uithoudingsvermogen.
De bewijslast over de werking van fluoride is gevoerd met behulp van de statistiek. Omdat het tellen van gaatjes in de tanden en kiezen hier mee in verband gebracht moet worden zal men moeten definieren wat wel en wat geen gaatje is. Hiermee is er een opening om het onderzoek naar een kant te sturen die de onderzoeker aan het hart gaat. Manipulatie ligt op de loer. Statistieken kunnen liegen.
Dit alles doet de schrijver haarfijn uit de doeken en haalt de fluoridetherapie onderuit. Daarnaast is het huidige standpunt van dien aard dat we als tandarts heel kleine gaatjes laten zitten omdat deze met een uitgewogen dieet weer mineraliseren en niet groter worden.
Belangrijker tijdens dit gevecht bleek dat met de waterfluoridering er een bedreiging geconstateerd werd voor de integriteit van het menselijk lichaam. Met dit argument in handen beschrijft Hans Moolenburgh de strijd die hij met minister Vorrink destijds uiteindelijk via de Tweede kamer moest leveren. Na dit gewonnen te hebben was de fluoridering van de baan. Hoe deze strijd is geleverd vormt een verhaal waarbij we met het lezen ervan op het puntje van de stoel gingen zitten.
Een gevolg was echter dat de fabrieken na deze uitspraak de hoeveelheid fluoride in de tandpasta verdubbelden, ook in de kindertandpasta. Daar zitten we nu nog mee opgescheept. Daarbij is het lastig om fluoridevrije tandpasta in de winkel te vinden. Alleen natuurwinkels zijn goed gesorteerd.
Het grote middendeel van het boek gaat over de strijd tussen voor- en tegenstanders. De auteur past hier de regels van het judo toe: de procedure hier heet overname. Je tegenstander heeft je in een houdgreep, je blokkeert die greep net op tijd en neemt de houdgreep over. Nu heb je je tegenstander stevig te pakken in plaats van omgekeerd. Dat is in de discussies een aantal keren gebeurd. Deze taktiek houdt wel in dat hier huiswerk voor gedaan moest worden. De groep rond Moolenburgh heeft dit goed begrepen.
Langzaamaan begon het karakter van de strijd zich te wijzigen. Het belang van de veronderstelde kracht van fluoride ten aanzien van therapie voor het gebit begon te verdwijnen, kwam minder in de soms zeer heftige discussies voor en politieke argumenten kwamen steeds vaker op het toneel. De aantasting van de integriteit van het menselijk lichaam begon belangrijker te worden , de mens werd niet langer aangezien als uniek, mensen werden niet meer behandeld op grond van hun mens zijn. Gemeentebesturen kwamen in beeld. Langzaam rukte het fluorideprobleem op naar den Haag, naar het parlement. Een poging om Moolenburgh als lid van de Gezondheidsraad te benoemen mislukte omdat Moolenburgh op deze vraag antwoordde dat hij dit vererende aanbod graag op schrift zou willen hebben en daarna terug zou bellen. Hierna hoorde hij niets meer. Hij was van plan gewest om deze brief lachend voor de TV te brengen en te zeggen: dit is een les hoe ze tegenstanders proberen uit te schakelen.
Het is een gevecht geweest van David tegen Goliath, waarbij Goliath zich bediende van laffe en oneerlijke streken. Het mag wel eens gezegd worden dat het Parlement als deel van Goliath in de vorm van minister Vorrink zich uitermate bedenkelijk heeft gedragen. De kreet "er is geen bewijs gevonden" viel nog al eens. Dat betekende voor David dat er niet naar gezocht was of "dat willen we niet weten" of "we keken de andere kant op". Heel exemplarisch ook voor de huidige tijd. Het is een wereldwijd verschijnsel. Met een kleine variant op het woord toothdecay wordt hier de fluoridering als truthdecay de grootste medische zwendel van de twintigste eeuw genoemd.
Een lid van de Eerste Kamer werd voor de plannen van David zo enthousiast dat hij alle medewerking er aan wilde geven. Het pleit voor het karakter van de groep dat dit geweigerd werd. Het zou voor de partij van dat lid zeer veel politieke winst kunnen geven waardoor veel andere vrienden verloren zouden gaan.
Het grote medische belang van de toxische fluoridering verschoof langzaam richting politiek en het centrale thema werd het probleem van de vrijheid, de burgerlijke vrijheid. Het doel: de mens ontmenselijken.
Het boek is zeer boeiend geschreven op weg naar een ontknoping. Die weten we al bij het begin van het lezen, maar de weg er naar toe laat zoveel verrassingen zien dat het woord schelmenroman toch weer af en toe de kop op steekt.
Het tweede deel van dit boek behandelt de periode die aanbrak na het gewonnen gevecht in de Tweede Kamer. Nederland bleek niet alleen pal te staan tegenover de gemene trucs in deze vuile oorlog zoals de schrijver de fluorideringsstrijd genoemd heeft. In een rondgang door de hele wereld laat Moolenburgh zien welke abjecte methodieken gebruikt werden om de fluoridering te doen slagen.
In 1987 is het boek "Fluoride, the Freedom Fight" van zijn hand in het engels verschenen. Nu, in de Nederlandse vertaling, staat beschreven hoe door malversaties gedwongen er uiteindelijk 5 versies van dat boek nodig waren om de uitgave te bewerkstelligen. Ja, zelfs werden pogingen gedaan om na het verschijnen ervan de verspreiding tegen te gaan. Dit is uitgebreid beschreven.
Ook de relatie tussen fluoride en kanker wordt aangetoond en men moet toch wel van goeden huize komen wil men hier aan voorbij gaan. Het boek staat vol verrassende wendingen waar men even aan moet wennen. Niettemin is de onderbouwing van dien aard dat men er niet om heen kan.
Gefluorideerde tanden en kiezen breken ongeveer twee jaar later door dan ongefluorideerde elementen. Dit fenomeen is in de gebruikte statistiek nooit meegenomen. Hier alleen al door is statistiek bij het onderzoek binnen de fluoridering waardeloos geworden en kan de bewijsvoering voor de fluoridering de prullebak in.
Aan het eind van het boek somt Hans Moolenburgh een lijst op van 16 punten die aangeven hoe heel andere gedachten dan cari‘sremming de oorlog hebben bepaald. Deze lijst zou met goud omkaderd moeten worden.
Ik wens het boek een massale verspreiding toe en dit niet alleen binnen de wereld van de artsen en tandartsen. Ook voor de paramedische wereld samen met de mondhygiënistes en de leek is het verrassende lectuur die diep doordringt.
Fred Neelissen,
Bioenergetische tandheelkunde en
Second opinion onderzoek